Tibet & Nepal
2 september 2006
Amsterdam – Kathmandu
Omstreeks vijf uur op Schiphol. Een half uurtje later ontdek ik de eerste
groepsgenoten voor de aankomende reis: Annemiek met haar moeder Roelie.
Even later krijgen we van een Djoser medewerker de tickets uitgereikt en
kunnen we electronisch gaan incheken.
De eerste tussenlanding is op Parijs Charles de Gaul, een zeer
grote en moeilijk georganiseerde luchthaven. Voor de aansluiting moeten
we met de bus naar Terminal 2. Daar krijg ik samen met Bert als enige
de instapkaart voor zowel de vlucht naar Doha, als de die voor Kathmandu.
Daarna zijinstromen in de rij voor een secrurity check. Op Charles de
Gaulle heb je je tijd echt nodig!
In Doha is het heet. Hoewel het nacht is, valt er een drukkende
warmte op ons als we vanuit het vliegtuig in de bus stappen. Gelukkig is
de hele luchthaven van airconditioning voorzien, want hier moeten we een
tijd wachten.
3 september
Aankomst in Kathmandu
Als het vliegtuig boven Nepal vliegt, blijkt de luchthaven van Kathmandu
gesloten vanwege dichte mist. We moeten uitwijken naar Dhaka in
Bangladesh. Vanuit de lucht is Bangladesh best een mooi land: we zien enorme
rivieren en veel moerasland.
Nadat het toestel is bijgetankd en we nog een uur extra hebben gewacht,
kunnen we weer opstijgen om onze reis naar Kathmandu te voltooien. Om drie
uur ’s middags landen we op Tribhuvan International Airport, maar
onze koffers zijn er niet. Vrijwel alle koffers van de groep zijn op Parijs
Charles de Gaulle achtergebleven. Van twee koffers is de locatie volledig
onbekend, die van Roelie en die van Marc, onze reisbegeleider.
We verblijven de komende drie dagen in hotel Buddha. Hotel Buddha
ligt in Thamel, de toeristenwijk van de stad. Mijn kamergenoot
is Ronald.
Marc brengt ons ’s middags naar Durbar Square. Dit is het centrale
historische plein met vele tempels en het koninklijk paleis. We maken kennis
met een zeer bruizende stad.
’s Avond eten we gezamenlijk bij restaurant Jing Jang met zowel
een Thaise als een Westerse kaart.
4 september
Katmandu
Onze eerste volle dag in Kathmandu. De ochtend brengen we door op Durbar
Square. Bij het kopen van een kaartje voor toegang tot het plein worden
we aangesproken door een “student guide”. Hij vertelt over het
aanstaande festival dat wordt gehouden in de stad: eens per jaar komt de
Kumari, de living goddess, buiten de tempel om zich te presenteren aan het
volk.

De rondleiding duurt anderhalf uur en is erg goed. We betalen elk vijf euro
(wat erg veel is, in Kathmandu).
’s Middags nemen we een taxi naar Patan. Dit is een van oudsher boedistische
stad, nu een buitenwijk van Kathmandu. Hier lopen we de Patan-tour die we
van Marc gekregen hebben. De wandeling gaat door leuke kleine straatjes
en pleinen. We bezoeken o.a. de Golden Temple en verschillende wasplaatsen.
De taxi heen (geregeld door de gids van vanochtend) kostte ons nog 270
Rupi, de taxi terug slecht 180. Bert blijkt een kei van een onderhandelaar.
’s Avonds eten we italiaans in restaurant La Dolce Vita.
5 september
Vanuit Kathmandu via Bhaktapur naar Nagarkot
We vertrekken om negen uur naar Bhaktapur. Dit is een oude stad
met drie pleinen vol met mooie tempels en een pottenbakkersplein. Op he
Durbar Square worden we door enkele student guides hinderlijk aangeklampt,
maar even buiten het centrum is leven minder door toerisme verstoort.
Onderweg maken we nog een stop voor Chanu Narayan. Dit is een
hindoe tempel die er nog heel goed uitziet. Het uitzicht van hier over de
valei is fantastisch.
Het laatste stukje naar Nagarkot is een flinke klim naar 2000
meter. We genieten enorm van het groene berglandschap.
We overnachten in hotel View Point. Het hotel heeft een prachtig
uitzichtpunt waar we rondom 360gr kunnen uitkijken en genieten van de zonsondergang.
6 september
Van Nagarkot naar Zhangmu (Tibet)
Vandaag gaan we naar Tibet, de grens over. We rijden daarom terug naar Bhaktapur
om een lokale agent op te halen die ons zal assisteren bij de douanaformaliteiten.
Het is een lange rit langs een berghelling met daarlangs een rivier. De
lunch gebruiken we op een camping die we bereiken via een lange hangbrug
over de rivier. Marc heeft lunchpakketjes laten maken met een sandwich,
een apel en een ei. Mijn tonijnsandwich smaakt erg goed.
De rit naar de grens is zeer spectaculair. Het landschap is indrukwekkend,
de weg heel slecht. Vlak voor Kodari, de grensplaats aan de Nepalese
zijde, wordt de bus belaagd door kinderen die uit zijn op onze bagage, of
gewoon willen meeliften.
Bij de grens staan de sjouwers al in de rij. Jonge jochies en meisjes die
voor een paar centen onze koffers over de grens zullen sjouwen. Wij drinken
ondertussen een frisdrankje en vullen de formulieren voor de Nepalese douane
in. Dan gaan we lopend over de Friendschip Bridge.
Aan de overzijde staan de chinesen, daar gaan alle formaliteiten op nummer.
Ik ben nummer 13.
Vervolgens lopen we naar onze bus. De chinese gids staat ons op te wachten met een
wit welkomstsjaaltje. Na acht kilometer rijden bereiken we de echte chinese
grenspost waar de paspoort- en groepsvisumcontrole plaatsvinden. Weer keurig
op rij en op nummer wordt iedereen toegelaten tot de Volksrepubliek.
We brengen de nacht door in in Zhangmu. Marc, de reisleider regelt
het eten, zodat we veilig en snel een goede maaltijd kunnen krijgen. Het
is rijst met groente (vrij pittig) en loempiatjes. ’s Avonds spelen Noortje,
Ronald en ik hartejagen in een cafetje tegenover het hotel. We drinken vooral
veel thee, want morgen gaan we de hoogte in en dan zijn koffie en alcohol
taboe.
Van Zhanmu naar Nyalam
Vandaag staat er een korte stijle rit op het programma: van Zhangmu
(2300m) naar Nyalam (3750m). De rit van vandaag is heel erg mooi.
Het weer is heerlijk, zonnig en zo’n 22 graden rond het middaguur. De bergen
zijn prachtig groen en bijzonder hoog en stijl. De boomgrens ligt hier op
zo’n 3600 m.
Iedere drie kwartier stoppen we om het langzaam aan te doen. Zo kunnen
we langzaam aan de ijle lucht wennen. Volgens Marc moeten we drie liter
water per dag drinken om hoogteziekte te voorkomen. Dat is een hele opgave.
Het hotel is een huis van drie verdiepingen met kamertjes van triplex muren.
Het hurktoilet moet worden doorgespoeld met een emmer water uit een ton.
We doen het vandaag rustig aan. In de middag zitten we in de huiskamer
van de hoteliersfamilie, eten noodles en lezen wat. Ik merk nu dat we al
flink op hoogte zitten. Met de minste inspanning ben ik buiten adem.
Van Nyalam naar Tingri
We hebben erg geluk met het weer. Het is tot nu toe vrij zonnig en helder
weer, dus ook het uitzicht is fenomenaal. We doen het langzaam aan en stoppen
elk half uur voor een fototje of een plasje. Zo wennen we aan de hoogte.
Bij aankomst in Tingri is bijna de helegroep door de hoogteziekte
getroffen. Het hotel is zeer sober. Geen sanitair op de kamer, alleen een
kraantje buiten, de centrale wc is een gat in de betonnen vloer. We worden
gewaarschuwd dat ’s avonds na tien uur de generator uit gaat, zodat er dan
geen licht meer is.
9 september
Van Tingri naar Latse
Vanochtend stond de wekker niet goed. Ronald en ik moesten ons flink haasten
om op tijd te zijn. Ik heb slecht geslapen, heb hoofd- en keelpijn.
De weg is op veel plaatsen slecht of er wordt aan gewerkt. Een keer moeten
we uit de bus om door een versperring te kunnen komen. Onderweg half geslapen.
Tegen lunchtijd arriveren we in Latse. Na wat telefoneren met
de chinese agent blijkt dat we hier ook overnachten. Marc heeft een vrij
nieuw chinees hotel geregeld met douche en wc op de kamer.
’s Middags loop ik met Ronald en Noortje een beetje door het dorp. Daarna
hebben we hartejagen gespeeld. Het avondeten in het hotel is smakeloos maar
veilig.
10 september
Van Latse via Sakya naar Shigatse
In Sakya staat een groot klooster dat ons van ver tegemoet schijnt.
Onze chinese gids leidt ons langs de verschillende tempels en vertelt over
de vele buddha’s die er te zien zijn. We hebben erg geluk, want vandaag
wordt de cham gevierd. Tijdens dit jaarlijkse festival komen mensen
van heide en verre naar het klooster om de kleurrijke cham-dansen
op het middenterrein van het klooster te aanschouwen. Hoewel de dans vrij
saai is, is dit een uitgelezen kans om in contact te komen met de gewone
tibetanen (en hen te fotograferen).
Na de lunch in het Sakya-hotel rijden we door naar Shigatse.
We komen daar rond half vijf aan. Het hotel is prachtig, luxe en heel schoon.
Ik maak met Ronald een wandeling naar de oude stad. Onderweg hebben we
wensvlaggetjes gekocht (laagste prijs: 10 Yuan).
De Tibetanen hangen de felgekleurde gebedsvlaggetjes op
veel markante punten op. Op de door de wind en de regen verkleurde vlaggetjes
staan gebeden. De Tibetanen geloven dat de wind de gebeden naar alle windstreken
van de wereld zendt. Doordat de vlaggetjes vaal van kleur worden, wordt
iedereen eraan herinnert dat alles in de wereld vergankelijk en tijdelijk
is.
11 september
Shigatse
Om tien uur vertrekken we met de bus naar het Tashilhunpo-klooster.
De Chinese gids leidt ons eerst door het complex. Na vijf tempels ben ik
de draad wel een beetje kwijt, maar het klooster is prachtig: veel beschilderd
hout, bladgoud en monniken in rode gewaden.
Om half twaalf moeten we het klooster verlaten. We hebben even tijd om
geld te halen bij de Bank of China en te lunchen.
’s Middags gaan we met de riksja terug naar het klooster. Onze chaufeur
is maar een klein mannetje en fietst zich helemaal kapot op de weg die vals
plat omhoog loopt. Het zweet gutst van zijn voorhoofd en erg snel gaat het
niet. Kosten 10 Yuan (ongeveer 1 euro).
Met Ronald, Noortje en Bert loop ik de Kora. Dit is een pad om het klooster
waarlangs honderden gebedsmolentjes staan. Het is een prachtige wandelingen
met leuke doorkijkjes. We hebben een fantastisch uitzicht over het klooster
met zijn tempels, de stad en de nieuwbouw.
Een Kora is een pelgrimspad rondom een berg of heilige
plaats.
Een pelgrimstoch is voor Tibetanen een reis van onwetendheid naar verlichting,
van egoisme en materialisme naar relativering en het gehele leven als geheel
ziend. Het Tibetaanse woord voor pelgrimstocht, neykhor, betekend
“rondgaan om een heilige plaatst”. Hiervoor is geen specifieke
fysieke bestemming noodzakelijk, maar wel een inspirerende tocht die je
bewust maakt van de grotere realiteit. Door naar helige plaatsen te reizen,
worden Tibetanen in contact gebracht met de iconen en energie van de Boedhisme.
Tegen vijven zijn we terug in het klooster, want rond half zes zullen de
monniken met het gebed beginnen. Het begint dan te flink regenen en we moeten
schuilen onder een poortje. Samen met een jonge en een oudere monnik wachten
we tot de regen minder wordt. Na tien minuten is het weer droog en kunnen
we verder.
Vanaf een plekje met mooi uitzicht op de ingang van de tempel wachten we
tot de monniken uit verschillende hoeken het plein komen oplopen. Ze dragen
een gele keep en gele hoeden (hier leven geelkapmonniken). Voor de ingang
zingen en dansen ze een tijd, alvorens ze de gebedszaal binnengaan.
Wij zijn nieuwsgierig en volgen ze. We nemen plaats op de achterste rij
banken. De monniken beginnen een monotoon gezang. Een leidende figuur loopt
rond met wierook stokjes.
Een voorzanger start de gezangen. Wij luisteren naar hun liederen en observeren
wat er gebeurd. Verschillende chinese groepen lopen arrogant door de zaal
en verstoren het gebed. Ze hinderen de leidende hoofdmonnik tijdens de diverse
reinigende rituelen.
Tegen zeven uur moeten we de gebedssessie verlaten omdat het klooster om
zeven uur sluit voor toeristen. Onderweg lopen we nog langs een dansvoorstelling
van monniken. Ze maken live muziek met trommels en grote blaasinstrumenten.
Na even kijken lopen we verder om een taxi te nemen naar het hotel (5 Yuan).
12 september
Van Shigatse naar Gyantse
Tegen lunchtijd komen we aan in Gyantse. We eten een noodle-soepje bij
een eethuisje met de geveltekst “Heel lekker“.
In de middag gaan we met de bus naar het Gyantse klooster. Na de rondleiding
beklim ik de grote stoepa. Op elke etage zijn vele nissen met buddha’s.
Een stoepa is een bewaarplaats van kostbaarheden. Het is
een karakteristiek bouwwerk van een halve bol op een vierkant platform.
De oorsprong ligt bij het grafmonument van de buddha Sakyamuni.
Volgens oud gebruik werd de as van de gecremeerde heilige bewaard in een
monument. Stoepa’s kunnen grote monumentale gebouwen zijn, zoals de Kumbum-stoepa
in Gyantse, maar ook objecten van enkele centimeters hoog.
Als we klaar zijn met het beklimmen van de stoepa is de bus al vertrokken
naar het fort. Ik loop met Ruud, Henny en Annemieke via de oude binnenstad
terug naar het hotel. Er staan regelmatig koeien voor de huizen. Kinderen
komen terug van school en willen wel op de foto als ze hun gezicht op het
schermpje mogen terugzien.
’s Avonds eet ik samen met Ronald, Astrid, Heleen, Noortje en Bert in een
restaurantje tegenover het hotel. Het is gezellig en goed eten.
13 september
Van Gyantse naar Samye
We moeten vroeg op, want we vertrekken al om kwart over zeven naar Samye.
Volgens Marc qua sanitaire voorzieningen ëën van de meest primitieve overnachtingen
op deze reis.
’s Middags lunchen we aan de kant van de weg met een broodje, een appel
en een ei.
Het laatste stuk van de reis gaat over een onverharde weg langs de rivier.
Een prachtig landschap van zandduinen, bergen, water en hout-productiebomen.
We slapen dus in een hotel op het terrein van het Samye klooster.
Er moeten vier man op een kamer. Naast Ronald zijn dat Bert en reisbegeleider
Marc. De toiletten zijn twee gaten in een betonnen vloer met een klein muurtje
ertussen. Deze avonds valt de hygiene op de toiletten nog wel mee, ze zijn
dan blijkbaar pas schoongemaakt.
Er is ëën restaurant. De maaltijd is niet van hoge kwaliteit. Ik eet daarom
maar weer eens fried rice with vegetables. We gaan vroeg slapen.
14 september
Van Samye naar Lhasa
Om negen uur houdt onze Chinese gids een rondleiding door het Samye
klooster. Daarna hebben we even vrij om het kloosterterrein en het dorp
te verkennen.
’s Ochtends tijdens de rondleiding zagen we monniken debateren in de kloostertuin,
maar als we ernaar op zoek gaan zijn ze al gestopt. Wel horen we mensen
zingen in een huis in aanbouw. Op de bovenste etage zijn ze klei op een
vloer aan het aanstampen. Dat doen ze met een flinke groep mensen, een stok
met platte schijf in de hand, ritmisch beukend op de klei.
Op de eerste etage worden we door een jongen geroepen om naar een zijkamer
te komen. Daar zit een vakman buddha-beelden te beschilderen. Hij is duidelijk
trots op z’n werk.
Daarna zijn we nog even buiten de kloostermuur wezen kijken. In Samye
wordt een gloednieuwe stad uit de grond gestampt. Tibet zal over enkele
jaren helemaal gemoderniseerd zijn.
Om half elf de bus in voor de laatste etappe met de bus, naar Lhasa. Daar
komen we om kwart voor zes aan.
Na een korte verfrissing leidt Marc ons naar het Durbar Square
en de Jokhang tempel, zodat we de komende dagen hier onze weg kunnen
vinden. Direct aansluitend lopen we naar Bar Restaurant Dunya.
Dit restaurant wordt geleidt door Nederlanders en hanteerd westerse hygiene
normen. We hebben voor het eerst weer eens echt lekker gegeten en na afloop
genoten van een biertje op het balkon.
15 september
Lhasa
We ontbijten vanochtend in Snowland restaurant met croisantjes,
jam en thee. Het regent een beetje, maar tegen de tijd dat het ontbijt op
is, is het droog.
Vanochtend gaan we de Jokhang tempel bekijken. Dit is de meest
heilige plaats voor boedisten. Rondom de Jokhang ligt een cirkelvormige
pelgrimsweg, de Barkhor. Hier lopen elke dag duizende uit heel Tibet hun
rondjes, altijd met de klok mee, alvorens de tempel te bezoeken. Voor de
ingang liggen de bedevaartgangers op hun buik en handen over de grond schuiven,
ter aarde gaan, en weer opstaan. Ik vind het een vreemd, een beetje zielig
gezicht, maar de bedevaartgangers doen het vol overgaven.
Binnen de tempelmuur lopen we de Nangkhor kora, een mini-pelgrimsroute
rondom de eigenlijke tempel en een soort galerij die helemaal volhangt met
gebedsmolens. Dan gaan we de tempel binnen. Er staat een enorme rij voor
het befaamde beeld van Jobo Rinpoche, de gekroonde Buddha Sakyamuni
op twaalf jarige leeftijd. Wij gaan niet in de rij staan, maar bekijken
al het andere moois wat er te zien is.
Om half ëën sluit de Jokhang. We lopen een stukje over de Barkhor,
een druk winkelhart met vooral souvenir-kramen. Op de hoeken staan lemen
ovens waarin de pelgrims jeneverbestakken verbranden.
De Tibetanen geloven dat door jeneverbestakken te verbranden
de subtiele kanalen en de omgeving schoongemaakt worden. Het offer zal daarnaast
de plaatselijke Godheden tevredenstellen
’s Middag maken we een wandeling door de stad. We halen geld bij de geldautomaat
van de Bank of China, bezoeken de vegetable market en drinken goede koffie
bij Dunya.
16 september
Lhasa
Vanochtend gaan we de Potala bezoeken. Dit wit-rode paleis van
dertien etages en een goude dak is in de 17e eeuw gebouwd door de vijfde
Dalai Lama. Het is het symbool van Tibet.
De trappen van het Potala paleis zijn een flinke beproeving. We hebben
een reservering voor tien uur en mogen maximaal een uur binnen zijn. Toegang
100 Yuan per persoon.
Het bezoek valt mij enigzins tegen. In een uur leidt Norbu, onze vaste
Chinese gids, ons langs verschillende woonvertrekken van de dalai lama’s,
tempels, buddha’s, een levenswiel, en grote gouden stoepa’s met relieken
van Dalai Lama’s. Binnen het uur staan we weer buiten.
’s Middags genieten we van een lunch bij Dunya. Dan nemen we de
bus naar Sera. Lijn 503 brengt ons naar het klooster waar tussen
drie en vijf de monniken in de kloostertuin debateren over religieuze kwesties.
De monniken discussieren vol overgaven. Sommige zijn bloed-fanatiek. Het
schouwspel is heerlijk om van een afstandje te bekijken. Een mooie plaats
voor foto’s en video.
’s Avonds (voor de afwisseling) gegeten bij Snowlands. Mijn stoofpotje
met aardappel en Yak valt enigzins tegen. Anderen groepsgenoten zijn wel
enthousiast over hun eten. De bediening is chaotisch.
Na afloop hebben we nog een drankje gedronken aan de bar van Dunya.
Daar zien we ook Marc. Hij vertelt dat een collega-reisbegeleider is opgepakt
door de Chinese politie. Ze heeft in haar naiviteit stadsinformatie
aangevuld met een aantal zinnen geschiedenis en dit opgehangen in de lobby
van het hotel. Marc is flink gespannen. Hij moet nu ook zaken voor haar
groep regelen.
17 september
Lhasa
Een luxe touringcar brengt ons vanochtend naar het Ganden klooster.
Marc is in het hotel achtergebleven om de kwestie met z’n collega’tje te
regelen. Norbu, de Chinese gids leidt de dag.
Ganden ligt op een hoge berg. Eindeloos zigzaggend over de weg in aanleg,
arriveren we bij het klooster. Dit is ëën van de belangrijkste kloosters
van de Gelugpa order (de geelkappen). In 1966 is het klooster door de Chinezen
met dynamiet verwoest, maar sinds 1980 is het grotendeels weer herbouwd.
Norbu leidt ons langs de verschillende tempels en buddha’s. Veel mooier
is echter de Kora rondom de berg. Het is een stevige klim, maar het uitzicht
over het dal is fantastisch.
18 September
Lhasa
Na het ontbij bij Dunya gaan we naar het Ani Sangkhung
nonnenklooster. We moeten onderweg vragen waar het is. We lopen er voorbij,
vragen het weer, om het uiteindelijk te vinden.
Het is een simpel woonoord voor nonnen. Een binnenplaats met daar omheen
de kamers. De tempel is heel netjes, zonder yakboter op de vloer. Er is
een drukkerijtje waar mantra-teksten worden gedrukt.
Bij onze ontdekkingstoch langs de kamertjes worden we uitgenodigd op een
kamertje van twee nonnen. We kunnen niet met ze praten, want ze spreken
geen Engels. Wel krijgen we een soort van snoepjes.
Op de binnenplaats is een soort van cafe-restaurant. We gaan bij een oud
dametje met haar kleinzoon aan tafel zitten. Het jochie is bezig een kom
noodles op te eten, maar als we erbij komen zitten, schiet dat niet zo op.
We nemen een riksja naar Norbu Lingka, het zomerpaleis van de
Dalai Lama. Het ligt in een park aangelegd door de zevende Dalai Lama. De
veertiende Dalai Lama heeft hier zijn eigen paleis laten bouwen en dat is
nog ongeveer ingericht zoals hij het – bij zijn vlucht naar India in 1959
heeft achtergelaten.
Het park is slecht onderhouden, maar wel aangenaam om door heen te wandelen.
We gaan met de taxi terug naar het centrum. In het barretje Another
Place drinken we wat. Het koffiezetten is een vermakelijk schouwspel.
De drie zussen maken gezamenlijk de drie verschillende kopjes koffie. We
spelen hartenjagen.
Diner bij Dunya, altijd lekker.
19 September
Vlucht van Lhasa naar Kathmandu
We vliegen met China Airways van Lhasa Airport naar Tribhuvan International
Airport. Het vliegtuig zit maar half vol, zodat we allemaal een mooi plekje
bij het raam kunnen nemen. Het uitzicht is prachtig, de lucht helder. We
kunnen de Mount Everest zien liggen.
Na de Nepalese visumformaliteiten gaat Marc achter de verloren koffers
aan. De koffer van Roelie wordt gevonden. Ook regelt Marc een onverwachte
vergoeding van vijftig dolar voor het te laat arriveren van de andere koffers.
Tegen de avond maken we nog ëën van de stadswandelingen die we van Marc
hebben gekregen. Zo tussen zes en zeven, als het wat minder warm wordt,
leeft de stad helemaal op. We komen in kleine straatjes en binnenpleinen
waar bewoners met hun dagelijkse werkzaamheden bezig is en waar kinderen
lekker aan het spelen zijn.
We eten bij Jing Jang.
20 september
Kathmandu
We hadden om half tien afgesproken, maar door het tijdsverschil en de herrie
van de straat, is iedereen vroeg wakker. Vanochtend gaan we naar Pashupatinath,
aan de rivier Bagmathi waar boedistische en hindoeïstische crematies
plaatsvinden.
We worden al snel opgepikt door een gids, die zonder vragen met zijn verhaal
begint. Hoewel we geen interesse hebben in zijn diensten, brengt hij ons
wel op een balkon met prima uitzicht op de crematieplatformen.
De lichamen worden door de mannelijke familieleden op een bamboe drager
naar het crematieplatform gedragen. Daar moet het lichaam drie maal in de
rondte gaan alvorens het van de drager wordt afgehaald en op de gereedstaande
brandstapel wordt gelegd. Het gezicht wordt dan ontbloot, en er wordt melk
in de mond gegoten. Tenslotte loopt de oudste zoon nog drie maal rond het
lichaam, alvorens hij het in de mond aansteekt. De vrouwen hebben bij de
crematie geen actieve rol en mogen alleen toekijken.
Een geestelijke bedekt het lichaam dan met nat stro. Hij zorgt er voor
dat het lichaam volledig verbrand. De resten en as van het lichaam worden
na afloop in de rivier gegooid. De Bagmathi is heilig omdat hij
uitmondt in de Ganges in India.
Ik vind het een indrukwekkende ervaring.
We nemen een taxi naar Swayambunath, de apen-tempel. Dat is een
behoorlijk lange rit door de smalle straatjes van Kathmandu. Daar
aangekomen kopen we wat gebak en drinken voor de lunch.
Swayambunath is het oudste tempelcomplex van Nepal en de grote
witte stoepa is een symbool dit boedistische land. Om er te komen moeten
we flink trappenlopen, maar het uitzicht bovenop is fenomenaal. De stoepa
heeft prachtige buddha-eyes en de gebedsvlaggetjes wapperen er vrolijk in
de wind. Vandaag zijn er nauwelijks apen te zien, maar wel honden.
De tempel is vrij sober. Wel hebben we het geluk dat op dat moment net
de monniken bij elkaar komen voor het gebed. De dienst wordt begeleidt met
een trommel en blaasinstrumenten. Wij kijken door de deur toe hoe het er
aan toe gaat. We mogen het zelfs fotograferen en filmen.
We gaan met de taxi terug het hotel en besluiten het verder rustig aan
te doen. We gaan hartejagen en een drankje drinken bij Dolce Vita.
Daar eten we ook.
21 september
Kathmandu
Vandaag gaan we wandelen door het buitengebied. Met de bus rijden we de
stad uit naar het naburige dorpje Kirtipur. We lopen langs de tempel
en de wasplaatst. Vervolgens het dorp uit en een flinke klim omhoog. De
verschillen in conditie in de groep blijken dan wel erg groot te zijn. Terwijl
sommige het idee hebben dat ze net begonnen zijn, zijn andere al flink buiten
adem. Rond half elf zitten we al weer voor de thee.
We wandelen langs een potten en pannentempel, waar elke schalen aan de
muur worden gehangen ter nagedachtenis aan familie en bekenden.
Even verderop komen we op een binnenplein waar de vrouwen wol aan het spinnen
zijn. Hier knopen ze ook met de hand kleden.
Het laatste stuk van de wandelingen gaat vooral langs de rijstvelden. Inmiddels
is het gaan regenen en zijn de paden lekker modderig geworden. Hierdoor
valt een Nepalees dametje met een enorme berg maisstengels op de rug, van
het pad in het rijstveld. Samen met Chris help ik haar weer op de been.
Rond half twee zit de wandeling erop. De rit terug duurt vrij lang, want
het verkeer zit op sommige plaatsen muurvast.
’s Middags dwalen we nog wat door Kathmandu. Naast Ronald, Noortje
en Bert, loopt ook Chris mee. Om zeven uur is het afscheidsdiner in Dolce
Vita.
Marc heeft intussen ook zijn koffer, met duizenden euro’s aan fotoapparatuur,
teruggekregen. Marc krijgt onze $50,- (minus het geld voor de wandeling)
om het te besteden aan een goed doel. Gezien zijn recente ervaringen met
Chinese autoriteiten, zal dat wel een goed doel in Nepal worden.
22 september
Terugvlucht van Kathmandu naar Amsterdam
Zo’n laatste dag is altijd enigszins ongemakkelijk. We moeten ’s ochtends
al de hotelkamer uitchecken. We hebben ruim de tijd om souvenirs te kopen.
We hebben eigenlijk geen grote bezienswaardigheden meer op ons lijstje staan.
We besluiten een taxi te nemen naar een dorpje in de buurt. Als we daar
aankomen blijkt dit echter hetzelfde dorpje te zijn als waar we gisteren
de wandeling startte.
We bekijken hoe een grote groep dames kleden aan het knopen is. Zij hebben
grote lol dat vier van die rijke toeristen dat zo interessant vinden. Noortje
wordt uitgenodigd om mee te doen. Dan blijkt dat het niet zo simpel is als
dat het lijkt, maar de lol is er niet minder om.
Als we verder lopen begint het te regenen. We schuilen even, maar besluiten
dan om naar de taxi terug te gaan.
In het hotel zit een groot deel van de groep al te wachten op het vertrek.
Om half vijf wordt de bagage ingeladen en rijden we naar het vliegveld.