Impala
Fysieke beschrijving
De vacht van een impala is roodbruin, met een paar witte vlekken aan de binnenzijde van de oren, boven de ogen, onder de neus, naast de staart en ook het onderlichaam is wit. Er loopt een dunne zwarte lijn vertikaal over de billen en de staart. De mannetjes hebben hoorns, de vrouwtjes niet.
Leefgebied en voedsel
Impala’s leven in gebieden met kort gras of lichte bosgebieden. In elk geval moet er voor de impala altijd water in de buurt zijn. Hun eten kan zowel uit bladeren als uit gras bestaan
Leefwijze en voortplanting
De impala leeft in groepen van één of twee mannetjes die er een harem van tot 30 vrouwtjes op na houden. De rest van de mannetjes leeft in vrijgezellengroepen.
Het mannetje dat de groep leidt paart met een aantal vrouwtjes. Omdat deze activiteit, tesamen met zijn andere taken als leider van de groep, zoveel energie kosten, kan na een paar dagen een ander mannetje uit een vrijgezellengroep zijn leidende rol overnemen. Meestal wordt er slechts één lam per keer geboren na een draagtijd van zeven maanden. Het jong kan binnen enkele uren lopen.
Gevaren
Net als bij de Gnoe’s, worden alle jongen vrijwel tegelijk geboren. Zo verdedigt de soort zich tegen uitroeing door leeuwen en andere roofdieren. Het aanbod van prooidieren is in korte tijd zo groot, dat er altijd een groot aantal van de jongen de kwetsbaarste periode zullen overleven.