Het landschap van Sequoia National Park laat zien hoe groots, mooi en afwisselend de natuur kan zijn – enorme bergen, diepe ravijnen en kloven, grotten en werelds grootste bomen. Sequoia National Park en Kings Canyon National Parks liggen tegen elkaar aan in het zuiden van de Sierra Nevada (Californië) ten oosten van San Joaquin Valley. Bezoekers kunnen er in elk seizoen, afhankelijk van de hoogte, andere activiteiten ondernemen.
Het gebied bij de zuidelijke ingang van het park ligt met 518 m het laagst. Hier groeien eiken, de Californische paardenkastanje en yucca’s. Er leven grijze vossen, rode lynxen, stinkdieren en Amerikaanse zwarte beren. Iets hoger groeien dennen, zilversparren en sequoia’s. Naast muildierherten en poema’s komen er veel vogelsoorten voor. Boven de boomgrens zijn weilanden en meren te vinden. Doordat er weinig voedsel is, leven er weinig zoogdieren.
Het park dankt zijn naam aan de mammoetbomen of sequoia’s die er groeien. Het park is opgericht in 1890, als tweede nationale park in de Verenigde Staten, na Yellowstone National Park.