Gorilla tracking in Oeganda

Het hoogtepunt van mijn reis naar Oeganda was het bezoek aan de zeldzame berggorilla’s. De rust en vrede die zij uitstralen is onbeschrijvelijk. De berggorilla’s zijn de meest bedreigde primaten. Er leven nog maar 1000 van deze soort. Daarvan zijn er 400 te vinden in Oeganda; er leven ook nog groepen in de buurlanden Rwanda en Congo.

In het zuiden van het Bwindi, omgeving Rushaga/Lake Mutanda, zijn er maar liefst vijf gorillagroepen te bezoeken voor de gorillatracking, genaamd Nshongi, Mishaya, Kahungye, Busingye en Bikingi. Sinds de eerste gorillatracking hier in 2009 plaatsvond is het gebied uitgegroeid tot het meest bekende en meest populaire deel van het Nationale Park.

De tracking begint aan de rand van het park. Daar krijgen we een briefing van de rangers over de aanstaande excursie naar de Gorilla’s. We worden opgesplits in twee groepen van 8 mensen. De fitste mensen komen in de groep die zwaarste wandeling moeten maken. We krijgen de optie om een porter mee te nemen: een local die je rugzak draagt en je een hand kan geven op de blubberpaden en stijle afdalingen. Een porter kost $25. Natuurlijk kan ik ook mijn eigen dagrugzakje dragen, maar op deze manier steunen we de lokale gemeenschap. Iedere porter mag maximaal twee maal per maand meelopen. Toch een welkome aanvulling op het gezinsinkomen. Een gorillapermit kost €685 (sept. 2022).

Elke ochtend tegen vijf uur ’s ochtends gaan trackers naar de plek waar de gorilla’s zijn gaan slapen. Zij volgen de gorilla’s als die ’s ochtends verder trekken. Als de toeristengroepen tegen half tien beginnen met wandelen, bellen de trackers de locatie door. Zo kan het dat wij na anderhalf uur wandelen al bij de gorilla’s aankomen. De wandeling is best stevig. Bij ons waren de paden zijn soms erg nat. Met een handje van mijn porter kon ik makkelijker via de stapstenen de modderig stukken overbruggen. Verder is het soms erg stijl.

We zien eerst een vrouwtjes gorilla. Ze zit hoog in een boom en eet bladeren. Prachtig, maar wel wat ver weg. Na tien minuten gaan we verder, op zoek naar de Silverback, de alpha male. Die zit verderop op een steile dicht begroeide berghelling. De trackers hakken er een pad naartoe. We hebben nauwelijks vaste grond onder de voeten. Met handen en voeten klimmen we naar de beste fotoplek. We komen tot drie meter bij de zilverrug. Die zit rustig bladeren te eten in z’n boom. Hij trekt zo nu en dan een liaan met bladeren naar zich toe. Wat een machtig beest: dikke bolle buik, machtig gespierde rug en kont.

Verderop zit een moedergorilla onder een struik. Er zit een jong bij. Het jong gaat er zelfstandig op uit: het klimt de boom in, maakt koprollen en slingert naar een volgende tak.

Dan horen we de zilverrug onze kant op komen. Ik schrik als hij echt mijn kant op komt. “Niet rennen” schreeuwt de ranger. “Kom hier en maak je beste foto!”. De zilverrug zit zo’n twee meter voor ons en kijkt me recht in de ogen aan. Of kijkt hij gewoon door me heen? Deze gorilla’s zien iedere dag mensen. We worden totaal genegeerd. We waren niet de eerst en zullen ook zeker niet de laatste zijn; maar wat was het indrukwekkend: een bezoek aan een familie berggorilla’s in het Bwindi Impenetrable Forest in Oeganda.