Reykjavik
Reykjavík is een kleine hoofdstad met een bruisende stadsleven. Hier vind je de culturele instellingen, musea en een bruisend nachtleven dat je elders in IJsland niet zult vinden.
Als toerist krijg je onvermijdelijk je eerste indruk van IJsland in Reykjavík. Meer dan de helft van de bevolking woont in de hoofdstad. De stad mag dan klein zijn, maar er zijn voldoende stijlvolle bars, restaurants en winkels. En het nachtleven van Reykjavik is behoorlijk wild: tijdens de lichte zomernachten slaapt de stad nauwelijks.
Het piepkleine stadscentrum wordt ruwweg in twee helften gedeeld door het Tjörnin-meer, Het stadscentrum is vooral een plek om lekker rond te slenteren: geniet van de leuke straatjes en hoekcafés. Reykjavík heeft geen grote en imposante gebouwen. Je zult er veel schijnbaar gammele huizen zien, vaak met golfplaten bekleed als bescherming tegen de woeste Noord-Atlantische stormen. Deze onverzorgde sfeer maakt echter evenzeer deel uit van de charme van de stad.

Midden in het bestuurscentrum staat het Hallgrímskirkja, een reusachtige witte betonnen kerk . Deze kerk vormt misschien wel het meest bekende beeld van Reykjavík. Rond de Hallgrímskirkja liggen elegante winkels en stijlvolle bars en restaurants in de hoofdstraat. Het centrum rond Laugavegur is ook de plek waar je een reeks boeiende musea vindt. De tentoonstellingen in het Landnámssýningin en het Saga Museum, bieden een toegankelijke introductie tot het bewogen verleden van IJsland. Ook vind je in deze musea permanente tentoonstellingen van IJslands belangrijkste beeldhouwers Ásmundur Sveinsson en Einar Jónsson.
Uitvalsbasis voor een bezoek aan IJsland
Reykjavík is ook een goede uitvalsbasis voor een rondrit langs de Gouden Cirkel: Geysir, de oorspronkelijke geiser, de oude parlementszetel Þingvellir en de spectaculaire watervallen van Gullfoss. U kunt ook gemakkelijk de beroemde en sublieme Blue Lagoon bereiken.
Even buiten Reykjavik loopt Route 1, de Ringweg, die om het hele eiland heen loopt. Als je Route 1 volgt zul je al snel de wildere kant van IJsland leren kennen – open ruimten van levendig groen omzoomd door ongerepte kustlijnen van rood en zwart zand, alles tegen een achtergrond van ruige heuvels en bergen.
Een stukje geschiedenis van Reykjavik
De oorsprong van Reykjavík gaat terug tot de eerste kolonist van het land, Ingólfur Arnarson. Arnarson werd in 874 hier overboord gegooid – en moest zich volgens de heidense traditie hier vestigden. Hij noemde de plaats “rokerige baai” (reykja betekent “van rook”, vík betekent “baai”, verwant met het Engelse wick). Hij dacht ten onrechte dat de stoompluimen in de verte, rook was van vuur. Het plek was echter een slechte plaats om je te vestigen: de grond was onvruchtbaar. Reykjavík bleef een kleine vesting tot het begin van de 17e eeuw toen de vishandel met Denemarken op kwam. Gaande weg ontstond er een kleine sloppenwijk voor de IJslandse arbeidskrachten.
Sinds de onafhankelijkheid van IJsland in 1944 is de stad flink gegroeid. Reykjavík biedt werk aan meer dan de helft van de bevolking van het land: als vissershaven, als exporthaven voor de producten van de boerderijen in het zuidwesten en als centrum voor allerlei kleine industrieën. De stad heeft ook baanbrekend werk verricht met het gebruik van geothermische energie voor goedkope verwarming – daarom moet je bij het douchen wachten op koud in plaats van warm water, en ruikt het kraanwater altijd naar zwavel.