Krokodil
Fysieke beschrijving
Krokodillen hebben een dikke, gepantserde, donkergroene of bruine huid. Ze hebben een grote, sterk gespierde zwemstaart waarmee ze met krachtige slagen door het water kronkelen. Krokodillen zijn reptielen en dus koudbloedig. ’s Nachts liggen ze daarom ondergedompeld in het water dat warm blijft. ’s Ochtends gaan ze het land op om zich te laten verwarmen door de zon.
Er zijn weinig dieren die zó oud kunnen worden als de krokodil. Enkele krokodillensoorten worden wel tachtig of honderd jaar oud. Krokodillen blijven een leven lang groeien. Hoe ouder ze worden, hoe trager dat gaat. De grootste soorten worden wel zes tot zeven meter lang. Ze wegen gemiddeld zo’n 225 kg, maar de grootste exemplaren kunnen wel tot 730 kg wegen.
Leefgebied en voedsel
Krokodillen leven in de warme streken van Afrika, Azië, Amerika en Australië. De bekendste soort is wel de Nijlkrokodil, die kan worden gezien in geheel Afrika van Egypte tot Zuid-Afrika.
Het zijn echte waterdieren. Je vindt ze in rivieren, meren, plassen, mangrovenbossen, moerassen en waterbronnen. Ze leven voornamelijk in het water, maar trekken ook over land. Tijdens het natte seizoen lopen ze zelfs lange stukken op zoek naar ondergelopen land.
Krokodillen kunnen tot wel drie kwartier of langer onder het wateroppervlak verdwijnen. Ze liggen uren roerloos als drijvende boomstammen in het water te dobberen.
Krokodillen jagen meestal op vis en kleine prooien. Alleen de grootste krokodillen grijpen wel eens een hoefdier, zoals een buffel, een hert, of een klein nijlpaard. De prooi wordt in de stevige kaken vastgeklemd en onder water gehouden. Als de prooi verdronken is, scheurt de krokodil stukken vlees los en schrokt ze zonder te kauwen naar binnen.
De spieren om de bek te openen zijn bij krokodillen niet sterk, een kind zou ze gemakkelijk op elkaar kunnen houden. De spieren die de bek sluiten als hij eenmaal open staat, zijn des te sterker.
Leefwijze en voortplanting
Na de paring graaft de vrouwtjes krokodil een kuil in het zand. Daarin legt ze soms wel 90 eieren en dekt veilig toe met zand. De zonnewarmte broedt de eieren uit. Het vrouwtje waakt bij de eieren, omdat veel dieren verzot zijn op krokodilleneieren.
Na een paar weken komt er gepiep uit het nest. Dat is voor de moeder het sein om het nest open te graven, want zelf kunnen de kleintjes nog niet naar buiten.
De eerste dagen na de geboorte blijven de jongen dicht bij de moeder. De kleine krokodillen moeten al direct voor hun eigen voedsel zorgen: ze vangen dan insecten en slakken.
Gevaren
De moeder heeft het de eerste dagen erg druk om haar kroost te beschermen, maar het lukt haar vrijwel nooit om al de jongen te behouden. Veel kleintjes worden gegeten door roofvogels en grote hagedissen, of zelfs grote mannetjeskrokodillen. Na verloop van tijd, als de jongen wat groter zijn, gaat moeder weer haar eigen weg. De jongen moeten nu voor zichzelf zorgen. De jongen blijven vaak nog enige tijd in groepjes bij elkaar.